Een flitser is een apparaat dat een korte, felle lichtflits afgeeft. Een fotograaf gebruikt een flitser bij het maken van een foto waarbij te weinig daglicht of kunstlicht aanwezig is.

Door te flitsen bereikt voldoende licht de film of beeldsensor waardoor toch een goed belichte foto gemaakt kan worden.

Een flitser kan een los apparaat zijn, maar is in sommige camera’s ingebouwd.

Soorten flitsers

Er zijn verschillende mogelijkheden om een flitser te gebruiken:

  • Invulflits: een te hoog contrast terugbrengen tot een gewenst contrast, waarbij het licht van de omgeving de hoofdbron is en het flitslicht de secundaire lichtbron.

  • Automatische flits: de camera laten bepalen of het beschikbare licht onvoldoende is om een flitser in te moeten schakelen.

  • Rode-ogenreductie: eerst een aantal flitsen afgeven met een lage intensiteit. De pupillen reageren hierop en vernauwen zich. Wanneer de hoofdflits af gaat is er minder kans op het rodeo-geneffect.

  • Slow-syncflits: de automatische flits combineren met een langere sluitertijd. Hierdoor wordt zowel het onderwerp als de achtergrond goed belicht.

  • Externe flitser: een extern systeemflitser of dochterflitser aansluiten op de camera.

  • Ringflitser: een ringvormige flitser die rond de lens wordt aangebracht.

  • Indirecte flits: de flitser schuin op het plafond of de muur richten waardoor een gelijkmatiger belichting wordt verkregen.

Flitser gebruiken bij het maken van een pasfoto

De overheid heeft een aantal eisen opgesteld voor de belichting van de pasfoto.

De belichting moet gelijkmatig zijn, zowel in je gezicht als op de achtergrond. Onder– of overbelichting en reflectie moeten worden voorkomen.

Een flitser gebruiken is toegestaan. Op de foto mogen geen witte vlekken in het gezicht zichtbaar zijn die veroorzaakt worden door het gebruik van een flitser of kunstlicht.

  • Binnen verzonden 24 uur.