Gezichtsherkenning is een biometrische techniek die gebruikt kan worden om iemand te identificeren.

Bij biometrische gezichtsherkenning worden de eigenschappen van het gezicht van een persoon vastgelegd. Zo kan naderhand worden bepaald of iemand voldoet aan de eigenschappen die zijn opgeslagen en of het dus gaat om deze persoon.

De meeste methoden van gezichtsherkenning meten verhoudingen tussen grootte en afstand van de ogen, mond, neus en oren. Andere methoden meten het temperatuurprofiel dat door de bloedsdoorloop voor iedereen verschillend is.

Hoe werkt biometrische gezichtsherkenning?

Om een persoon te kunnen identificeren aan de hand van zijn gezicht, wordt de volgende geautomatiseerde procedure doorlopen:

  • Een computer uitgerust met sensoren neemt een opname van het gezicht.

  • Uit die opname worden een aantal kenmerken van het gezicht gehaald.

  • De computer vergelijkt die kenmerken met de databank.

  • Als de computer een persoon vindt met dezelfde kenmerken, heeft de computer de persoon geïdentificeerd; anders niet.

Gezichtsherkenning en de pasfoto

Om de pasfoto geschikt te maken voor automatische gezichtsherkenning, heeft de overheid in 2005 al de regels veranderd.

De pasfoto moet vanaf toen recht van voren genomen worden, niet meer driekwart van opzij. De persoonsregistratie digitaliseert de pasfoto’s voor toekomstig gebruik.

In de Tweede Kamer wordt al gediscussieerd over digitale gezichtsherkenning bij pasfoto’s. Dit zou in alle gevallen mogelijk moeten zijn en daarom zouden gemeenten strenger moeten zijn bij de acceptatie van pasfoto’s.

  • Binnen verzonden 24 uur.