Op De Telegraaf kwamen we een interessante column tegen over de uitzonderingen die gelden op de pasfoto-eisen.

Schrijver M. Holsda betoogt dat we binnen de huidige technieken in staat zijn iedere wereldburger te herkennen als de mond, de neus, de kin, de ogen en het voorhoofd goed zichtbaar zijn.

Dus de discussie over hoofddeksels die elke keer weer losbarst zou overbodig zijn. De regels hierover kunnen geschrapt worden, zolang de bovengenoemde lichaamsdelen goed zichtbaar zijn op de pasfoto.

Holsda zegt hierover:

Wie maakt uit wat wel of niet een geloof is. Een geloof is toch iets ongrijpbaars? Het zegt niets over hoe het er hierboven werkelijk aan toe gaat. Geloven is niet meer dan daarover een inschatting maken. Daar kan de Raad van State geen enkele uitspraak over doen, tenzij zij zelf onderdeel uitmaken van het dodenrijk.

Ben jij het ermee eens?